Reden om op 7 april te proosten: Robert Peary drinkt Guinness op de Noordpool

Ontdekkingsreiziger Robert Edwin Peary bereikt op 6 april 1909 als eerste met zijn expeditie de koudste plek ter wereld: De Noordpool. Of althans, de Zuidpool is schijnbaar nog kouder. Maar goed, dat neemt niet weg dat ze het flink koud moeten hebben gehad. Ze hadden eerder al tientallen pogingen gedaan maar deze keer was het eindelijk gelukt de ijsvlakte te bereiken. Vervolgens verbleven Peary en 5 zijn begeleiders (waaronder ontdekkingsreiziger Matthew Henson en 4 inuitmannen) er een ruime 30 uren.

Een groot onderdeel van de proviand die ze bij zich hadden om deze barre tocht te overleven was een hoop Guinness bier. En dat begrijpen we maar al te goed, Jägermeister werd immers pas in 1934 uitgevonden. Na 30 uren iglo’s bouwen en Guinness weghakken en vechten met ijsberen en ruften rond het kampvuur vonden ze het mooi geweest en vertrok het gezelschap op 7 april 1909 weer op huis en haard aan.

Waat drinken we vandaag 8 april ter ere van deze ontdekkingsreizigers?

Precies. IJskoude Guinness uit een ijskoud mooi Guinness pint glas en hier en daar een glaasje Jägermeister erbij naast. Alleen als ie ijs en ijskoud is natuurlijk! Want zelfs op de Noordpool wil je ijskoude Jagermeister. En daar zit ook best logica achter, om in koude omgeving nóg iets kouders te gaan drinken zodat de omgeving ineens wel meevalt. Ik ga ook altijd onder een hete douche staan als ik alleen maar lauw bier heb, daar wordt het bier een stuk kouder van.

Proost!

Gertje

(In dit artikel staan 1 of meerdere affiliate linkjes. Als je via zo’n link besteld krijg ik een kleine commissie zonder dat het jou extra geld kost).